Hetzelfde type herpesvirus veroorzaakt waterpokken bij kinderen en gordelroos bij volwassenen.
Het begint allemaal met een infectie bij kinderen. Het herpesvirus vliegt door de lucht, verspreidt zich als tuberculose en gaat door de keel.
Daar hebben we een hele verstrooiing van grote en kleine amandelen, waarin lymfocyten zitten.
En nu komt het virus in deze lymfocyten terecht en reist het, net als een passagier in het openbaar vervoer, door het lichaam.
Lymfocyten taxiën snel over de snelweg, die we de bloedbaan noemen, en reizen alle kanten op.
De laatste stop is in de huid. Daar gooit een menigte virussen de bussen weg en picknicken. Het plezier eindigt met een wolk van blaren over de hele huid, inclusief de hoofdhuid.
Vervolgens worden de virussen die naar boven lopen gestuurd om de nacht door te brengen. Ze vinden de uiteinden van de zenuwen in de huid en stijgen daarlangs naar de zenuwknopen dichter bij het ruggenmerg en de hersenen.
We kunnen zeggen dat hierop de grote cirkel van herpes zoster-reizen is gesloten.
In zenuwcellen zal een ondeugend virus onder toezicht van immuniteit leven. Daar mag hij zich niet langer misdragen.
Soms faalt de immuniteit. Het virus in de zenuwknopen verzamelt de manat en snelt langs de zenuwvezels terug naar de picknick in de huid.
En weer eindigt het allemaal in bubbels.
Het is duidelijk dat het immuunsysteem wild werd toen het herpes zoster uit de zenuwknopen losliet, dus het begint in de gunst te komen en, onder de hete hand, knaagt het nog steeds aan de zenuwknopen zelf. Hieruit blijkt bij patiënten met herpes zoster een onbegrijpelijke uitputtende pijn.
Dus het blijkt dat gordelroos al in de kindertijd een volledige draai in ons lichaam maakt, en dan laat immuniteit het soms toe om in de huid te komen. Dit is weer een halve draai.