Abidin ontdekte dat Gulsum Juneyt hielp, maar kon Ferhat er niets over vertellen. Abidin nam, om zijn geliefde te redden, alle schuld op zich en zei dat hij een verrader was in hun huis. Ferhat kende zijn neef goed en wist dat hij niet tot verraad in staat was. Dus hij dekt iemand. Het blijft alleen om uit te vinden wie.
Er was geen manier om Abidin persoonlijk te vragen, omdat hij zijn spullen verzamelde en in een onbekende richting vertrok.
Gulsum slaagde er echter in een echtgenoot te vinden en toen hij Nezhdet miste, kwam Abidin in het geheim naar het landhuis.
Maar het lukte Abidin niet om onopgemerkt het huis te verlaten. Al bij de poort riep Ferhat hem toe. Abidin keek zwijgend naar zijn neef, niet van plan hem iets uit te leggen.
Ferhat omklemde zijn nek, keek hem in de ogen en zei:
- Ik ken je, broer! Je bent geen verrader, maar je dekt iemand. Ik weet dat als je iemand beschermt die je dierbaar is, je dat tot de dood zult doen. Ik weet dat je met Junate afrekent. Maar, totdat je hem vindt, verschijn niet voor mijn ogen. Maak me niet boos.
Abidin beloofde dat hij niet naar dit huis zou terugkeren totdat hij Dzhunate bij hem had gebracht, en vertrok toen stilletjes.
Abidin wist te ontsnappen aan de woede van Ferhat en hij zal er alles aan doen om Juneyt te vinden. En Ferhat zal nooit weten dat Dzhuneyt werd geholpen door zijn eigen zus.