Hier, broeders, het belangrijkste is om niet te verwarren. Bètablokkers voorkomen dat adrenaline ons hart sneller doet kloppen. Hierdoor klopt het hart zwakker en minder vaak en neemt de druk af.
Maar er zijn ook bètastimulantia zoals salbutamol, die de bronchiën verwijden en... het hart stimuleren. Daarom veroorzaken astmamedicijnen vaak hartkloppingen.
En vice versa. Bètablokkers die voor het hart zijn voorgeschreven, kunnen bronchospasmen en astma-aanvallen veroorzaken.
Soms kunnen zelfs bètablokker-oogdruppels voor glaucoom bronchospasmen veroorzaken.
Veel mensen denken dat moderne selectieve bètablokkers zoals bisoprolol niet werken bij astma. Over het algemeen worden bètablokkers selectief genoemd, die de receptoren voor adrenaline in het hart blokkeren, maar niet in andere organen klimmen. Het bleek dus dat dergelijke selectieve medicijnen veiliger zijn, maar ze kunnen nog steeds schadelijk zijn. Als een persoon ernstig astma heeft en zijn longen niet goed functioneren, kan zelfs een selectieve bètablokker de astmalijder verstikken.
Het is ook belangrijk om te begrijpen dat het nadelige effect van bètablokkers op de bronchiën niet volledig wordt begrepen. Er zijn een aantal verschillende mechanismen bij betrokken en niet noodzakelijk de receptoren voor adrenaline.
Weet je nog hoe adrenaline werkt op de bronchiën? Slaan of rennen! Het zet de bronchiën uit zodat je aan gevaar kunt ontsnappen, gretig happend naar de binnenkomende luchtstroom.
Kortom, vertel de longarts over de druk en de cardioloog over de astma.